Berlijn Boudewijn

Hij kent Berlijn van binnen en van buiten.

En hij kent zijn talen: Nederlands, Duits, Spaans, Engels, Frans, Latijn.

'' Ergens anders wonen is iets anders dan reizen, ik merk het aan mijn kijken. Mijn blik hoeft niet voortdurend op scherp, ik heb de tijd nog, ik blijf in Berlijn tot de zomer, ik kom in het najaar weer terug.' (citaat uit 'Berlijnse notities)

CEES NOOTEBOOM WAS HIER

Wijk Charlottenburg: gegoede burgerij, altijd West-Duits, West-Berlijns geweest. Deutsche Oper om de hoek, goede restaurants, mooie musea en galeries, een mooi slotpark.  We fietsen door de Knesebeckstraße, kruisen de Goethestraße. Hier woonde en werkte journalist, schrijver, publicist, dichter Cees Nooteboom. Bekend in Duitsland, waar hij regelmatig lezingen houdt en een enkele maal in een talkshow op TV zijn wijze bijdrage levert. Waar hij wordt beschouwd als de éminence grise  van de Nederlandse schrijvers. Kijk en luister bijvoorbeeld naar het korte interiew met hem (im Gespräch am FAZ Stand op de Frankfurter Buchmesse) op Youtube: http://www.youtube.com/watch?v=gUnYjMG0-pM in het Duits.

Is bovendien een groot liefhebber en kenner van Spanje. Ook te zien en te horen in een interview: http://www.youtube.com/watch?v=NBxlPNaK0Uc in het Spaans.

Ik hoor het de vroegere voorzitster van Prometheus in Leiden nog trots en opgetogen zeggen: ‘Ik ben in die wijk, in die straat geweest, ben in het  antiquariaat geweest waar hij zijn  boeken kocht.’  Nooteboom viel met zijn neus in de boter toen hij  in 1989 verbleef in West-Berlijn. De opstand van de Oost-Duitse burgers, het verlaten van hun Demokratische Republik via Hongarije of via de West-Duitse Ambassade in Praag, het demasqué van de SED, de Staatssicherheitsdienst die haar greep verloor op het land en alles wat er voor en achter de Muur daarover in de media te volgen was: hij beschreef het in zijn boek ‘Berlijnse Notities’. Dit boek en ook de aanvulling daarop toen hij in 1998 nog eens in Berlijn was (‘Terugkeer naar Berlijn’), vormden een welkome informatiebron voor mij. Het wees me de richting naar bijzondere te bezoeken plekken in Berlijn: historisch, cultureel of dramatisch.

Zijn sobere verhaal bijvoorbeeld  over de ‘Gedenkstätte Plötzensee’  waar tijdens de Hitler-dictatuur per dag zes vrouwen konden worden onthoofd of mannen konden worden opgehangen heeft diepe indruk op me gemaakt.  Als je ervoor staat, lijkt het niet meer dan een schuur, een bakstenen garage met een afvoerputje, maar het was een perfect utiliteitsgebouw: een moordmachine, sauber en gründlich.

Ik zoek ook de plek op waar als allereersten burgers uit ‘Berlin Hauptstadt der DDR’ een grensovergang bij de muur opzochten. Het waren bewoners uit de wijken Pankow en Prenzlauerberg met zijn afbraakwoningen, de meest recalcitrante, de meest creatieve, het waren de gelukzoekers, ‘de anti-sociale elementen’ volgens de DDR-media, zij die al een  jaar elke maandag bij elkaar kwamen in de Zionskirche. Direct na de omineuze woorden van Günter Schabowski, lid van het ‘Zentralkomitee der SED’  die op de persconferentie van 9 november 1989  verklaarde dat nieuwe (lees: onbegrensde) uitreismogelijkheden ‘ab sofort’  per direct zouden ingaan, spoedden zij zich en masse richting  grensovergang Bornholmerstraße.

En forceerden met hun vasthoudendheid , opgewektheid, vrolijkheid en uitbundigheid de openstelling van de grens.

Alle gebeurtenissen van die dag, uur na uur bij wijze van spreken, staan in telegramstijl in roestrood ijzer gegoten, in lange stroken tussen het grint, vlak bij de toenmalige grensovergang, waar nu het verkeer over raast. Ik veeg hier en daar het grint weg om het te kunnen lezen.  Brokstukken van een historie.

09.00h DDR-Ministerien arbeiten an neuer Reiseregelung

…‘Nicht zu fassen 20.000 Menschen haben…..

…„Wahnsinn“…

…Reiseregelung gilt ab sofort, unverzüglich….

19.05h  „DDR öffnet Grenzen“ Eilmeldung AP

Ik maak er foto’s en lees later terug hoe Cees Nooteboom die dagen heeft beleefd. Het S-Bahnstation Bornholmerstraße is in oude luister gerestaureerd, zodat het plaatje van nu klopt met de foto’s van vroeger.

Cees Nooteboom is er geweest  en heeft zich ook laten fotograferen op een andere historisch bekende brug, de Glienicker Brücke (zie foto), waar de Sowjet-Unie en de Verenigde Staten hun spionnen uitruilden ten tijde van de Koude Oorlog.

En, als ik het wel heb, heeft hij in 1998 ook in Berlijn zijn boek ‘Allerzielen’ geschreven. Er staan zoveel verwijzingen en situaties die met Berlijn te maken hebben in zijn verhaal, dat ik hoe langer hoe meer de behoefte, het dringende verlangen voelde voor korte of langere tijd onder te duiken in deze stad.

Citaat uit Allerzielen  van Cees Nooteboom:

Dagen van dooi, smeltende sneeuw, en dan, ineens, een ochtend die met een licht binnenvalt dat iets wil beweren over afscheid van de winter. Het heeft, op de breedtegraad waarop Berlijn ligt, in deze tijd van het jaar maar weinig uren tot zijn beschikking, niemand weet dat beter dan een filmer. Arthur Daane heeft de grote kaart van de stad op de grond uitgespreid, de kaart van de  schizofrene stad, maar dat geeft niets, zoveel is er niet veranderd, je moet alleen die dikke roze lijn met zijn arbitraire hoeken wegdenken, die aangaf waar het rijk van de anderen begon. Vanuit deze stad was er tegen  de wereld gebruld, en de wereld had de stad gestraft en geprobeerd haar weer in de aarde te laten verdwijnen, hier had een volk zichzelf opgevreten maar de overlevenden waren uit de ruïnes en  kelders gekropen onder nieuwe meesters die hun taal niet spraken, daarna was hun wereld in tweeën gebroken en het zwakste deel was vanuit de lucht in leven gehouden, en onder al dit gedoe van mensen, in een golfslag van goed en kwaad, van schuld en boete, had de stad haar eigenaardige, gekwetste, gestrafte, vernederde ziel teruggevonden, waardoor de twee korte lettergrepen van haar naam alle misdaad, alle verzet en alle lijden uitdrukten die in haar hadden plaatsgevonden, zoals ook in die ene doffe, en die andere heldere, open lettergreep alle stemmen meezoemden die ooit in haar geklonken hadden. Maar dat hoefde je niet te denken, dat deed de stad zelf wel met haar monumenten, haar buurten, haar namen, en ook hij moest niet langer naar die kaart kijken maar die juist opblazen tot ze net zo groot was als de stad zelf, hij moest de camera pakken, een taxi naar de Staatsbibliotheek nemen, kijken of zij er was, en dan Arno bellen,  vragen of hij zijn auto mocht lenen en haar meenemen naar de Glienicker Brücke, naar de Halensee of het Pfaueninsel.

{einde citaat uit Allerzielen}

‘Zij’ is Elik Oranje, de vrouw die Arthur ontdekte en achtervolgde toen hij tussen duizenden schoenen die de trap van de U-Bahn opliepen dat ene bijzondere paar ontdekte. Hij neemt haar  mee naar die mooie plekken tussen Berlijn en Potsdam. Bovenstaande passage lijkt Nooteboom in één ruk achter elkaar geschreven te hebben, bijna zonder onderbrekingen en zonder alinea’s.

Varend op de Wannsee, het Pauweneiland in de verte, de brug bij Glienicke  waar vóór 1989 spionnen werden uitgewisseld, fietsend over de Knesebeckstraße, kruising Goethestraße in Charlottenburg, wandelend door de Schwedterstraße en de Gleimstraße waar Arthur de oude uitgewoonde Mietkaserne zocht waar Elik zou wonen, wachtend om over te steken bij het drukke  Rosenthalerplatz, waar Arthur en Elik bebloed en gehavend uit een obscure club waren gegooid: steeds heb ik  boeken van Nooteboom in mijn  gedachten. Nee, ik begrijp niet alles wat hij schrijft, wat hij filosofeert, niet altijd kan ik zijn gedachten volgen. Maar zijn taal, hoe wijdlopig ook, want diepzinnig, ik lees het graag. En ik zoek gretig de passages over de stad, bezoek de locaties in West en Oost. Vermoedend dat bij hem ook Berlijn diep in zijn botten zit.

Is dit te serieus? Op lichtvoetige wijze vertelt Nooteboom in het Amsterdamse Paradiso over de dood en zijn fascinatie voor grafstenen van bekende schrijvers en dichters. Geniet met een glimlach:

Maart 2018: Mijn hospita B., die net terug is uit Venetië (dit is haar jaarlijkse reisje) vertelt me over een heerlijk boek dat ze leest over Venetië. 'En het is geloof ik van een Nederlandse schrijver', zegt ze en 'ik vind het total goed geschreven. Echt prachtig.' Ze laat me het boekje zien. Venedig - Fluide Stadt mit Fotografien von Simone Sasse.  'Maar dat is van mijn favoriete schrijver',  zeg ik en ik maak haar opmerkzaam op youtube filmpjes waarop Cees Nooteboom  te horen is in het Duits, Spaans enzovoort.  Ze bekijkt ze.... een avond lang.

In oktober 2019 krijg ik de Nederlandse versie in handen. Cees Nooteboom beschrijft graag bijzondere gebouwen, maar ook beroemde schilderijen  van beroemde kunstenaars die in Venetië te vinden zijn. Ik zoek ze op op internet en blijf me verbazen over zijn fantasie en de rijke taal waarin hij het beschrijft.  Het liefst zou hij helemaal willen onderduiken als 'local' onder de weinige Venetianen, die nog echt in de oude stad wonen.

 laatste bewerking november 2019

Bornholmerstraße, vlak bij de brug die over het spoor gaat is een gedenkplaats die gaat over het openstellen van de muur op de avond van 9 november 1989. Die gestalte? Ja dat ben ik, graag in Berlijn op een historische plek.

Nieuwe reacties

05.09 | 20:35

Hallo Betsy, het belangrijkste is dat je minimaal een half uur van te voren ...

05.09 | 13:17

Moet je hiervoor kaartjes reserveren en zo ja waar doe ik dat dan?

13.05 | 19:41

Dank voor je reactie! Het wrange is dat de eerste eigenaar, familie...

12.05 | 08:31

Boeiende geschiedenis. God is getrouw.